Portret Arthur Jussen

“Lucas en ik ondersteunen elkaar”

 

De gebroeders Jussen; wie kent ze niet? Het pianoduo maakt al zo'n tien jaren furore in ons land en over de grens. Ze waren pas vijf en acht jaar oud, toen Arthur en Lucas het hart van menige muziekminnaar sneller deden slaan. Het Wunderkind-effect was in de media nadrukkelijk aanwezig, en zeg nou zelf, wie raakte niet onder de indruk van die twee gozertjes die zo prachtig quatre mains speelden? Terwijl ze opgroeiden, bleven we geboeid luisteren want de kwaliteit groeide mee. En nu komt Arthur, de jongste, binnenkort Mozart met ons spelen. In zijn eentje.

 

Talent kan alleen opbloeien als de omgeving daar ruimte voor geeft. Arthur is twee jaar oud als Lucas, dan ruim vijf, de tamelijk ongebruikte piano in het ouderlijk huis ontdekt. Pa en ma zijn beiden muzikanten; hij is paukenist in het Radio Filharmonisch Orkest, zij is fluitiste. Dat betekent dat het huis altijd vol muziek is. En met Lucas’ talentvolle speurtocht op de piano, die al snel via lessen richting krijgt, is Arthurs toekomst al zo’n beetje bepaald. De jongste wil immers altijd kunnen wat de oudste kan, zo gaat dat met broers. Bovendien blijkt Arthur ook een pianotalent te zijn. Ik vermoed echter dat als Arthur voor de viool of cello had gekozen, hij daar ook snel mee overweg had gekund.

 

Gevoeligheid

Want talent is gevoeligheid die zich focust op een interesse. Gevoeligheid is de basis, de interesse volgt uit de omgeving die het kind beïnvloedt. Of vanuit die focus iets moois kan opbloeien, hangt af van heel veel dingen.

Binnen het gezin Jussen stonden alle seinen op groen om de gretigheid van de broers voor het pianospel in goede banen te leiden. Goede leraren zijn van het grootste belang, dus kregen de jongens les van Leny Bettman en Ton Hartsuiker. Uiteindelijk kwamen ze allebei onder de hoede van Jan Wijn, nestor van de Nederlandse pianopedagogen. In 2005, toen ze de Nederlandse podia al bestormden, werden ze ook ontdekt door de vermaarde pianiste Maria João Pires, die hen langere tijd les heeft gegeven in haar residenties in Portugal en Brazilië.

 

Pianoduo

Al die jaren werden hun concerten zorgvuldig gepland en begeleid, terwijl de jongens verder een normaal schoolgaand leven leidden, voetbal en tennis speelden met vrienden en elke dag flink piano studeerden. Druk of dwang zat er nooit achter, de jongens wilden zelf maar al te graag goed worden, en daarna nog beter.

Als pianoduo hebben ze in die tien jeugdjaren veel bereikt. Zo hebben ze in 2006 gedebuteerd in het Concertgebouw met Jaap van Zweden, de Radio Kamer Filharmonie en Mozart. In 2009 waren ze daar weer, nu met Poulenc. Een jaar later tekenden ze een exclusief cd-contract bij Deutsche Grammophon. En alles werd omkranst met de lauweren van prijzen, zoals de Edison Klassiek Luister Publieksprijs in 2011. 

Je bent veertien en hebt als pianist, samen met je broer, al zo’n beetje alles bereikt wat er in de pianowereld te bereiken valt. Steeg het Arthur naar zijn hoofd? Toen hem ruim een jaar geleden werd gevraagd wat hij van het contract met Deutsche Grammophon vond, antwoordde hij: “We horen er wel bij, maar daar zitten pianisten die veel verder zijn dan wij.”

Geen kapsones. Heldere visie: ik moet nog meer oefenen. Het bereiken van meesterschap vergt harde arbeid. 

 

School en studie

Lucas heeft inmiddels de middelbare school afgerond en studeert in de Verenigde Staten bij Menahem Pressler. Arthur fietst nog elke weekdag naar het gymnasium in Hilversum, waar zijn beste vakken de talen zijn. De schoolleiding heeft begrip voor zijn carrière en geeft hem indien nodig verlof om zich voor te bereiden op een concert.

Voor pianoles gaat hij naar Jan Wijn in Soest. Thuis peurt hij zo mogelijk drie uur pianospel uit elke welgevulde dag. Lukt niet altijd, natuurlijk, maar in het weekend haalt hij dat weer in. Tussendoor is er tijd voor de tennisclub en een potje voetbal in de buurt. En ook een feestje wordt niet geschuwd. Arthur heeft vrienden die ouder zijn dan hij, wat logisch is als je altijd alles met je oudere broer hebt gedeeld.

 

Solocarrière 

Maar Lucas is nu vaak wekenlang van huis. Zijn terugkeer is steeds bijzonder, vertelt Arthur: “Het is elke keer fantastisch. En als we dan gaan samenspelen is dat heel vanzelfsprekend. We kennen elkaars spel zo goed, het gaat allemaal bijna vanzelf. Ik hoor wel dat zijn spel verandert door de lessen van Menahem Pressler. Het wordt nog beter.”

De broers werken nu allebei aan een solocarrière. Dat zou de vanzelfsprekende kameraadschap tussen hen onder druk kunnen zetten. Is er sprake van rivaliteit? “Absoluut niet”, zegt Arthur, “we willen allebei dat de ander goed speelt op een concert, daarin ondersteunen we elkaar.” Ze gaan zoveel mogelijk naar elkaars concerten luisteren. Ik stel me zo voor dat de luisterende broer nerveuzer is dan de spelende…

 

Kamermuziek

Naast het grote werk met symfonieorkest, verbreden de broers hun muzikale wereld ook door het spelen van kamermuziek. Arthur speelde ten tijde van ons gesprek met een violiste en een cellist, Lucas onderzocht Schuberts liederen. Dat is niet alleen zalig om te doen, maar ook onontbeerlijk voor de ontwikkeling van hun talent, van hun gevoeligheid voor de wereld waarin zij leven, die via de muziek de essentie van het ‘mens zijn’ blootlegt en voelbaar maakt. Ze moeten ook wel, want het repertoire voor pianoduo is beperkt, ze hebben het al goeddeels in de vingers. Maar als ik Arthur vraag of hij over tien jaar nog met zijn broer op het podium zit, antwoordt hij met een volmondig “Ja!”

 

Meesterschap

Arthur oogt frêle op het podium, een ranke tiener in rokkostuum. Maar hoor hem eens spelen. Hij heeft een techniek die hem toegang verleent tot het grote pianorepertoire. Zijn cantilene is gerijpt; met een fraai jeu perlé dringt hij door in de intimiteit van de muziek. Opmerkelijk is ook zijn kalmte. Of ik hem nu op het podium zie of daarbuiten: steeds zie ik een jongeman die gevoelig is, intelligent en sterk. Allemaal ingrediënten voor meesterschap.

 

(gepubliceerd december 2012)